Honden met een schildklierprobleem hebben meestal een te traag werkende schilderklier: hypothyreoïdie. Slechts een heel klein deel van de honden heeft schildklierproblemen ten gevolge van schildklierkanker.
De symptomen van hypothyreoïdie:
Sloom zijn, slecht uithoudingsvermogen, sjokken achter eigenaar aan tijdens de wandeling
Ongelukkige trieste gezichtsuitdrukking, scheve kop
Gewichtstoename zonder dat het dier meer eet
Kouwelijk, zoekt graag warme plekjes op
Verteringsklachten: braken, diarree
Niet meer loops worden
Vertraagde hartslag
Hijgen
Diagnose:
De diagnose is altijd de combinatie van de symptomen en bloedonderzoek:
Bloedonderzoek is de beste manier om te diagnosticeren: het schildklierhormoon T4 wordt gemeten en dat is bij hypothyeoïdie laag. Maar kan ook laag zijn bij andere aandoeningen. Daarom doen we bij een laag T4 ook een:
Bloedonderzoek TSH (Thyroid Stimulerend Hormoon). Bij hypothyreoïdie is de T4 laag en de TSH hoog, omdat de hersenen naar de inactieve schildklier een signaal sturen: “hé wordt eens wakker!” Dus als TSH hoog is en T4 laag, is hypothyreoïdie bewezen. Bij alleen een laag T4 is het nog niet zeker.
Behandeling:
Toedienen schildklierhormoon door middel van medicatie. Hierbij wordt de T4 waarde in het bloed regelmatig gecontroleerd om de dosering goed in balans te hebben. Deze medicatie dient levenslang toegediend te worden. De prognose is goed, binnen enkele weken heeft de hond weer meer energie, de huid is met enkele maanden beter. Belangrijk blijft om de huid te ondersteunen en regelmatige controles te doen.
Schildklierkanker Komt niet veel voor bij de hond. Er is dan een zwelling in de hals van de hond te voelen. Behandeling bestaat uit operatief verwijderen van de massa, mits deze niet teveel vast zit aan de onderliggende weefsels. Dan is bijkomende medicatie nodig. (radioactief jood). De prognose hangt samen met hoe snel de kanker ontdekt en behandeld wordt. Soms is levenslange schildklierhormoontherapie nodig na behandeling.